Giardia
Giardia is na worminfecties de meest voorkomende en besmettelijke darmparasiet bij vele diersoorten, inclusief de mens. ​
De levenscyclus
Giardia is een ééncellige darmparasiet, die voorkomt bij de meeste zoogdieren (hond, kat, paard, rund, ... ) inclusief de mens. Het is dus een zoönose of ziekte overdraagbaar van mens op dier. Het belang hiervan zelf verderop in het artikel worden uitgelegd
​
De levenscyclus van Giardia is vrij simpel. Er zijn 2 verschillende ontwikkelingsstadia: de trofozoïet ( het stadium in de gastheer) of de cyste (het stadium buiten de gastheer).
De cyste is het startpunt van de levenscyclus. Daar zijn het infectieuze stadium zijn van de parasiet. De cysten worden via de mond opgenomen en komen zo in de maag van hun nieuwe gastheer terecht. Onder invloed van hoofdzakelijk de zuurtegraad van de maag zal het encysteringsproces worden geïnactiveerd. Dit proces is compleet in het begin van de dunne darm (duodenum), waarbij er per cyste 2 trofozoïeten vrijkomen.
Trofozoïeten hebben een heel typisch uitzicht (zie foto hierboven). Ze zijn peervormig met een zuignap onderaan, hebben 2 kernen, en zweepharen die ze gebruiken om zich voort te bewegen. Ze vermenigvuldigen zich door tweedeling, en migreren vanuit het duodenum verder doorheen de dunne darm. In de dunne darm hecht de darmparasiet zich vast met zijn zuignap aan het darmslijmvlies en 'graast' deze af. Dit beschadigt het darmoppervlak met een verminderde vertering en slechte opname van voedingsstoffen.
​
Verderop in de darm zal een deel van de trofozoïeten terug cysten worden door de invloed van galzouten. Deze worden uitgescheiden via de stoelgang. Trofozoïeten die zich niet omgevormd hebben, kunnen niet lang buiten de gastheer overleven.
De cysten daarentegen zijn behoorlijk resistent. Ze kunnen in de correcte omgeving, zijnde koel en vochtig, maandenlang overleven buiten hun gastheer, en een nieuwe besmettingsbron vormen.
Symptomen
Meestal wordt er bij wormen direct aan diarree gedacht. Het merendeel van de diarree kan inderdaad bij onze huisdieren gelinkt worden aan parasieten (o.a. wormen) of voeding. Omwille van die reden zal een dierenarts, ondanks een eventuele recente ontworming, opnieuw ontwormen. Indien de ontworming echter zeer recentelijk (1-2 dagen geleden) gebeurd is, dan kan de diarree het gevolg zijn van het afdoden van de (volwassen) wormen.
​
"DIARREE IS NIET GELIJK AAN GIARDIA, EN OMGEKEERD"
Maag-darmklachten zijn niet de enige symptomen. Elke wormsoort heeft zijn eigen levenscyclus, waardoor er een grote range van symptomen tussen de wormsoorten onderling bestaat.
​
Enkele voorbeelden:
-
Spoelworm: braken, diarree, wormbuik (pup), verminderde eetlust, gewichtsverlies, bloedarmoede
-
Haakworm: diarree, gewichtsverlies, bloedarmoede, benauwdheid, hoesten
-
Zweepworm: verminderde eetlust, gewichtsverlies, benauwdheid, hoesten
-
Lintworm: jeuk en irritatie ter hoogte van de anus, gewichtsverlies
-
Hart/longworm: benauwdheid, hoesten, snel vermoeid, gestoorde functie van belangrijke organen, bloedingsneiging, zenuwsymptomen
Bovenstaande symptomen zijn niet de enigen die voorkomen, maar zij worden bij een besmetting het frequentst gezien. Bijna iedere wormsoort zal verminderde eetlust en vermageren veroorzaken als ze niet direct wordt gevonden.
Hartworm, familie van de longwormen, zal zich in zijn volwassen vorm nestelen in de longslagader en de rechter voorkamer van het hart. De onvolwassen stadia zitten dan weer in de longen. Zij worden opgehoest en ingeslikt om op die manier via de stoelgang uitgescheiden te worden. Deze worm geeft heel soms maagdarmproblemen maar uit zich eerder in ademhalingssymptomen, bloedstollingsstoornissen of neurologische symptomen. Wormen zijn dus niet het equivalent van diarree, hoewel diarree in de helft van de gevallen wel veroorzaakt wordt door parasieten.
Behandeling en preventie
Sommige wormsoorten zijn overdraagbaar op de mens. Dit is wat we een zoönose noemen. Het omgekeerde verhaal is ook waar in sommige gevallen. Wormbesmettingen zijn niet leeftijdsgebonden. Iedere leeftijdscategorie kan een besmetting oplopen. Kinderen raken desondanks sneller besmet: spelen in besmette zandbakken of park en handen in de mond stoppen. Wormeieren kunnen ook aanwezig zijn op ongewassen groenten. Belangrijk is je dus te realiseren dat ze meer voorkomen dan gedacht wordt en dat ze ernstige ziekte kunnen veroorzaken, zoals bvb blindheid bij kinderen (o.a. spoelwormen) of levercysten (lintworm).
Wat kan je precies doen? Enkele tips:
-
Ruim regelmatig de ontlasting van jouw huisdier op.
-
Neem op wandeling poepzakjes mee.
-
Geef commerciële brokken of goed gekookte/gebakken voeding i.p.v. rauw vlees.
-
Rauw vlees? Zorg dan dat dit van goede kwaliteit is en volgens voedselveiligheidsvoorschriften bewaard werd.
-
Diepvriesvoeding? Lees goed de instructies op de verpakking. Meeste voedingen dienen verwarmd te worden vooraleer te voederen.
-
Vermijd het contact met knaagdieren (niet alleen voor de wormen!)
-
Altijd vers drinkwater ter beschikking.
-
Regelmatig ontwormen.
-
Alle huisdieren tegelijkertijd ontwormen.
Wil je zelf de proef op de som nemen en te weten te komen welke parasieten voor jouw huisdier van belang zijn?
Surf naar http://www.parasiteparty.com/ en doe de test.
Bronnen:
-
ESSCAP Richtlijnen – Wormbestrijding bij hond en kat, www.esscap.eu
-
Parasite Party - Boehringer Ingelheim: website http://www.parasiteparty.com/en